Architectuur-wandeling! Het kubistische brutalisme van Olhão
Wandelen door het vissersstadje met architect Will Köhlen
Arthur:
ha die Bart! Een van de redenen waarom ik mij zo thuis voel in de sotavento van de Algarve - het oostelijk deel - heeft te maken met de architectuur en het klimaat van Olhão en Faro. Daar kom ik zo op terug, aan de hand van een prettig gesprek dat ik voerde met Will Köhlen, Nederlands architect in ruste, inwoner van Olhão en bekend van zijn prachtige wandelingen door verschillende steden in de Algarve.
De barlavento ken ik goed omdat ik ruim twaalf jaar geleden een paar maanden in de oerwouden bij Barão de São João en Bensafrim woonde. Het was niet zo’n heel gelukkige fase in mijn leven. De relatie met Paula stond op springen, de overgang van Zuid-Amerika naar Portugal bleek zwaarder dan we hadden ingeschat, we waren zo arm als kerkratten en bivakkeerden in een gore uitgewoonde caravan op een vieze geitenboerderij van een hele enge Duitse en het barstte van de smerige stinkhippies in die onherbergzame streek, waar het altijd vriest en sneeuwt vanaf september en waar de wolven op de loer liggen ‘s nachts als je dronken de kroeg uit waggelt.
De feira de velharias, de beruchte vlooienmarkt van Barão de São João (tip van Tuur: 22 september, 27 oktober en 24 november. Bezoek op eigen risico, na afloop jezelf desinfecteren met het meest giftige spul van Matdiver) werkt als een magneet op holbewoners, grufties, perroflautas, roomblanke rastas en wiggers die met elkaar verbonden zijn door dezelfde strontvervelende eigenschap: ze bietsen altijd sigaretten. Brrrr, krijg je al beeld.
Snel terug naar onze Sotavento, waar het in de winter 10 graden warmer is dan in de Goelach-archipel van de Algarve, en waar geen hippieplaag heerst.
Toen ik destijds voor het eerst met de trein arriveerde in Olhão, vielen mij twee dingen op: de eilanden voor de kust leken in veel opzichten op de eiland in mijn geliefde Waddenzee en het oude centrum tegenover de markthallen deed mij denken aan de kasba van Algiers.
Kasba Algiers
Kasba Olhão
Ik ben afgestudeerd op het islamitisch fundamentalisme in Algerije en er een keer of 8 geweest. Niet onbelangrijke bijkomstigheid: mijn grote ex Olivia had haar Joodse wortels in Algerije, in het stadje Tlemcen aan de grens met Marokko.
Faro doet mij qua architectuur en klimaat heel erg aan de witte stad Tel Aviv denken, waar ik al met al een jaar of vier woonde, en voor het eerst in 1980 toen het nog echt een zonnige Oostblok-dump was. Het verschil met het hippe Tel Aviv van nu en bijvoorbeeld Faro: een klein biertje op een terras daar kost gemiddeld 9 euro en Portugezen schreeuwen niet zo hard als Israëli's.
En dan nu het goede nieuws voor ons legioen Nederlandse abonnees, want er is een gratis app waarmee je de genoemde architectuurwandelingen kunt maken door bijvoorbeeld ons dierbare Olhão, te downloaden op de website van Will Köhlen. Tour 1 gaat over de befaamde kubistische architectuur in Olhão en de 2e tour is een mengeling van monumenten, modernisme en andere gebouwen.
Will: “De oudste wijken van de stad, Levante en Barett, tegenover de martkhallen, doen Noord-Afrikaans aan en dat is natuurlijk niet zo raar omdat er altijd handel is gedreven met de Maghreb.
De Barreta-wijk is helemaal opgeknapt en dat is eigenlijk een wonder. Tijdens het bewind van Salazar wilde de overheid die volkswijk slopen, ergens in de jaren zestig, maar dat was niet zo eenvoudig omdat er geen geld was voor de afbraak. Vervolgens kwam er een decreet dat er 20 jaar langs niks veranderd mocht worden. Gewoon laten wegrotten en verpauperen. Na die periode was er wellicht wel geld, zo redeneerde men, en kon er spuuglelijke nieuwbouw op de puinhopen verrijzen. Dat uitstel is de redding geweest van de wijk. Hetzelfde geldt voor de buurt die er tegen aanschuurt: bairro de Levante.”
Will: De huizen met de platte daken, iets wat je ook in Fuzeta ziet, hebben wellicht te maken met het smokkelverleden van de stad, al is er ook een theorie dat de vrouwen vanaf zo’n dak konden zien of de boten met hun mannen al terugkwamen. En verder kan je natuurlijk je netten mooi drogen en repareren op zo’n plat dak.
Het kubisme
Will: nergens in Portugal is de kubistische architectuur zo dominant in het stadsbeeld vertegenwoordigd als in Olhão, en in mindere mate Fuseta. Je moet de stad eens in het laatste of in het beginnende zonlicht vanaf een hogere plek proberen te bekijken. Er zijn maar weinig hoge gebouwen in Olhão met een compleet uitzicht over het stadje. Vanaf het dak van het Pure Formosa Concept Hotel, midden in het centrum, heb je een prima uitzicht, en vanaf het dak van het Real Marina hotel krijg je weer een ander perspectief. Er waren ooit wilde plannen van de gemeente om een enorme uitkijktoren van 24 meter te bouwen maar die moest op de plek komen van een paleisachtig monument. Daar is protest tegen gekomen en gelukkig ging dat plan niet door want dat was een architectonische ramp geworden.
De kenmerken van het kubisme zijn de platte daken met opbouwen (miranten en contra-miranten), de trappartijen en de typische schoorstenen. Zelfs tijdens het architectuurbeleid van de Estado Novo van dictator Salazar, geleid door de uit Loulé afkomstige minister Duarte Pacheco, werd het kubisme van Olhão bij hoge uitzondering erkend en mocht er bij de bouw van de Escola Primaria (lagere school) naast de Bairro de Pescadores in Olhão worden afgeweken van de door staatsarchitect Raul Lino standaard ontworpen gebouwen met van dakpannen voorziene schilddaken.
Will: dat hotel in de Bairro de Pescadores werd gebouwd door twee broers uit Brazilie die grootste plannen hadden. Het plan was dat je vanaf het hotel direct met de boot naar het eiland Armona kon varen. Er was een zwembad bij, een kleine kapel en een soort winkelgalerij. Alles voor de hotelgasten.
Dit prachtige lied van Ana Moura is opgenomen op het dak van het voormalige hotel.
Will: Het Siroco was voor die tijd top of the bill. Maar toen kwam de Anjer-revolutie en de broers waren als de dood voor de communisten, die erg goed georganiseerd waren. Toen zijn ze naar Brazilie gevlucht. Het hotel diende later als opvang voor de Portugezen die uit de kolonien moesten vertrekken. De boel is toen flink verpauperd, met drugs en prostitutie. Nu is het buurtje wat opgekalefaterd en kan je prima eten bij Sérgio, dat qua architectuur wellicht nog iets van de sfeer van het Siroco-hotel heeft. En verder is het douanegebouw in het centrum wel bijzonder. Voor kloosters en kerken moet je naar Tavira.
Douanegebouw
Will: Olhão heeft verder veel te bieden als je goed op de tien verschillende architectonische stijlen let. Hier wat voorbeelden.
Tijdens mijn wandelingen krijg ik veel informatie van de locals, ik hoor steeds weer nieuwe dingen. Maar ik vertel ze ook dingen die zij niet wisten. Dat had ik Maastricht ook al, waar ik rondleidingen gaf. Mensen die 20 jaar in een wijk woonden en die verbaasd waren over de details die ik ze vertelde. Het is een bepaalde manier van kijken, dat er je mensen anders leert kijken. Voor de architectuurliefhebber is genoeg te zien in Olhão.
Will’s top 5 van meest interessante gebouwen in Olhão.
1. O Convento vanwege de geweldige patio met bijzondere afgekante kolommen.
2. Casa Fuzetta, vooral het dakterras met kapelachtige glas in lood opbouw.
3. De modernistische winkel ontworpen door Manuel Gomes da Costa in de Rua do Comércio 113 en is een van de fraaiere moderne gebouwen in het oude centrum.
4. Het modernistische woonblok op de hoek van de Rua de Olivençia, Braziliaans carnaval op het dak.
5. De oude visafslag aan de Av. de 16 Junho vooral vanwege de brutalistische rogvormige overkappingen aan de achterkant
Met de apps van Will kan je ook op je gemakje wandelen door Faro, Tavira, Fuzeta, Portimao, Loule, Vila Real de Santa Antonio en Huelva. Hier wat meer over de achtergrond van de Maastrichtenaar, die in de jaren tachtig in Maputo in Mozambique werkzaam was.
Er zijn een aantal video's gemaakt over Will’s tours in Olhão. Deze video licht 10 kubistische projecten nader toe:
Wandel ze!
Bart:
Kijk, zo leren we nog eens wat. Olhão trok ons vanaf het eerste bezoek enorm, omdat het zowel verval en vooruitgang ademt tussen inderdaad zeer opvallende architectuur, die merkbaar afwijkt van andere steden en dorpen langs de kustlijn. Vanaf de boulevard trekt de vooruitgang landinwaarts, met steeds meer nieuwe restaurants en toeristische inrichting maar ook voor renovatie opgekochte woningen in de smalle straatjes van het centrum. Verder richting de asfaltader door de stad, de N125, neemt de armoedigheid toe maar nergens heeft het iets desolaats. Heel Olhão heeft een levendige atmosfeer en een bedrijvige uitstraling en dat geeft een goed sfeertje.
Jij komt natuurlijk niet graag op de boulevard, jou te toeristisch en te deftig, maar wij gaan er toch graag eten als we een beetje rumoer zoeken aan het einde van een thuiswerkdag. Dan loop ik altijd graag met een omweggetje door de centrumstraatjes, omdat je steeds wat nieuws ontdekt in de gebouwen, de nissen, de gangetjes en bovenop de balkonnetjes of de daken. Mijn tip aan toeristen die de Algarve bezoeken zou zijn: laat je niet afschrikken door de grijzige, rommelige zooi die Olhão lijkt als je er vanaf de N125 doorheen rijdt, maar draai vanaf de rotonde met de grote bakstenen kubussen even de Av. Dr. Bernardino da Silva op, die onder het spoorbruggetje overgaat in de Avenida da República, parkeer daar ergens en volg de brede middenstrook tussen de boompjes tot de kerk, en daar voorbij het centrum in. Voor je het weet wil je d’r op z’n minst ergens blijven eten.
Hier laat ik ‘t bij voor deze week, want enkele onverwachte gebeurtenissen deze week hebben tot achterstallig werk geleid, met onverbiddelijke deadlines. Het enige dat wij bijvoorbeeld van Olhão zagen deze week was de praktijk van Dokter Mario, want we moesten weer eens op stel en sprong naar de dierenarts met Smuk. Alles in orde hoor, maar vanwege haar auto-immuunziekte kan ieder kleinigheidje groot alarm zijn dus we moeten nogal eens wat zulke voorzorgsbezoekjes doen. Nadat we goed nieuws kregen, zijn we het maar gaan vieren met een pizza in de door Britten bezette plezierhaven van Vilamoura. Lovely setting, with the sinking sun and all, maar Olhão is toch leuker. Beter verborgen. Misschien moeten we juist niet te veel mensen wijzer maken over ons vissersstadje…
Prachtige beschrijving van Olhão. Doet me denken aan de oude delen van Lagoa, Portimao en Silves: verpauperd maar nu ook steeds meer gentrified. Ook de verwijzingen naar de Maghreb (vergeet ook niet de Joodse presentie in Faro etc.) zijn treffend. Vooral de YouTube van "Andorinhas" op het oude dak symboliseert de droom van Ana Moura om te ontsnappen aan de dagelijkse routine en de wereld te verkennen. Gelukkig is die verkenning soms dichter bij huis in de Algarve dan we zouden denken! Veel dank!
Een oprecht liefdevol gemaakte aflevering van PP, mede dankzij die geweldige architect Will.
Heb ,,toevallig'' deze week het Portugese filmtweeluik Mal Viver/Viver Mal van Joao Canijo gekeken - samengevat: treurige en giftige relaties tussen 5 (familie)verwante vrouwen in een licht-verloederde hotelkolos uit de jaren '70/'80 en de even deprimerende levens van hun gasten. Natuurlijk Portugees traag met prachtige beelden, geen overdadig filmmuziekgedoe - kortom: voor de liefhebber.