Arthur plant een persreis naar Azoren voor onderzoek naar de lokale handelswaar, Bart mijmert over een eerder bezoek aan Madeira en droomt over dappere sportprestaties in een land zonder geleiderails voor het leven
Arthur:
Buurman, ik heb mijn bucketlist van het volle leven afgevinkt, op 1 dingetje na: de Azoren. Na Madeira hoef ik niet vanwege dat afschrikwekkende standbeeld van Ronaldo en het liedje van de onvergetelijke Ted de Braak: ‘n Glaasje Madera m’dear?
Anyways: tot eind september kan je vanaf Faro direct naar Ponta Delgada op het eiland São Miguel vliegen, een afstand van een slordige 1600 kilometer. De prijs van een vliegticket varieert van een paar tientjes tot 150 euro. Er waren altijd al directe vluchten vanaf Lissabon en Porto, en met Ryanair is het vanaf de luchthavens in die steden nog steeds mogelijk om voor 15 euro een enkel te scoren, maar dan moet je eerst nog 3 uur gaan treinen vanaf Faro en dat is omslachtig.
Waarom de Azoren?
Menig lezer zal nu denken: van Amerongen heeft zeker net Rabo de Peixe gezien op Netflix? De Netflix-serie is uiteraard geromantiseerd, maar desalniettemin beslist vermakelijk. Het begon allemaal zo: Op 6 juni 2001 rond het middaguur zagen de inwoners van Pilar da Bretanha, een gehucht op het noordwestelijke puntje van São Miguel, een wit jacht van ongeveer twaalf meter lang doelloos ronddrijven in de buurt van de steile kliffen. Geen van de inheemsen had ooit zo’n grote boot zo dicht bij dit levensgevaarlijke deel van de kust zien drijven. Ze dachten dat het een verdwaalde amateurzeiler was. Als de havenautoriteiten de boot hadden gecontroleerd, zouden ze voor tientallen miljoenen euro’s aan onversneden cocaïne gevonden hebben, die van Venezuela naar de Balearen moest worden getransporteerd. De golven beuken op het jacht, het net waarin de smokkelwaar zich bevond scheurde open, en al spoedig begonnen de pakketten aan te spoelen.
Niet iedereen die de verdovende middelen vond, meldde dit bij de plaatselijke hermandad. Een aantal eilandbewoners werd handelaar en begon cocaïne over het eiland te vervoeren in melkbussen, verfblikken en sokken. Een van de politierapporten suggereerde dat twee vissers de eigenaar van het jacht de cocaïne hadden zien dumpen. Een van deze twee mannen verkocht uiteindelijk zoveel van die rommel vanuit zijn auto dat zijn stoelen permanent wit waren geworden. Op gegeven moment werd de troep zelfs in bierglazen verkocht. Die bevatten ongeveer 150 gram en kostten 20 euro, hetgeen volgens kenners niet duur is. De resultaten waren rampzalig. Een ongewoon hoog aantal mensen werd naar het plaatselijke ziekenhuis gebracht met symptomen van een hartaanval, anderen waren zelfs bewusteloos. Lokale televisienetwerken begonnen gezondheidswaarschuwingen uit te zenden naar de eilandbewoners, maar voor sommigen was het te laat.
Alles goed en wel maar dit dramatische verhaal is niet de reden waarom de Azoren mij triggeren. Het zit anders, buurman.
Mijn vader - de vrede zij met hem - was amateurmeteoroloog en kreeg eens per week weerkaarten van het KNMI. Die spaarde hij al vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw, en hij bewaarde die in brandvrije kasten. Na zijn dood heb ik dat immens archief bij het vullis gezet want als oud papier had het geen enkele waarde en wat moet ik thuis met zo’n stofnest?
Wij bestudeerden samen de wekelijkse weerkaart - andere kinderen gingen met papa naar Vitesse - en altijd wees hij dan naar de Azoren want daar kwamen de depressies vandaan. Ik had geen idee wat zulks inhield, maar het klonk dreigend. Veel later kwam ik de Azoren tegen in een van mijn lievelingsboeken van mijn grote voorbeeld Mark Twain: The Innocents Abroad. Dit hilarische boek, met als ondertitel The New Pilgrims’ Progress, geldt als de bijbel der reisjournalistiek. Mijn favoriete citaat van Twain is: de geruchten over mijn dood zijn schromelijk overdreven. Een andere mantra is ook ontroerend: De twee belangrijkste momenten in je leven zijn de dag waarop je geboren bent en de dag waarop je ontdekt waarom.
The Innocents Abroad is een schitterend verslag van Twain’s ‘Great Pleasure Excursion’ met stoomschip Quaker City naar Europa en het Heilige Land in 1867. De kroniek is zalig politiek incorrect en vooral deze passage is hilarisch. Er is bij mijn weten nooit een Nederlandse vertaling gemaakt van het boek, dus ik vertaal maar even uit de losse pols: “De Açorianos zijn bij uitstek Portugees – dat wil zeggen: traag, arm, zorgeloos, slaperig en lui. Er is geen moderne ploeg op de eilanden, of een dorsmachine. Alle pogingen om ze te introduceren zijn mislukt. De goede katholieke Portugees sloeg een kruis en bad God om hem te beschermen tegen alle godslasterlijke verlangens om meer te weten dan zijn vader vóór hem wist. De ezels en de mannen, vrouwen en kinderen van één gezin eten en slapen allemaal in dezelfde kamer en zijn onrein, worden geteisterd door ongedierte en zijn echt gelukkig. De mensen liegen en bedriegen de vreemdeling, zijn wanhopig en onwetend en hebben nauwelijks eerbied voor hun doden. De laatste eigenschap toont hoe weinig beter ze zijn dan de ezels waarmee ze eten en slapen.”
Het zal je maar gezegd worden!
Ik ga dus in september naar de Azoren met moeders de vrouw, en alle negen eilanden afvinken. De welbekende professor Arie Pos, vriend van deze show, vliegt ook nog even in vanaf Porto, en mijn wijnmattie Reggie Smith wil dolgraag de wereldberoemde wijnen rond de Pico-berg met mij proeven. De Pico is overigens de hoogste berg van Portugal, en dus niet de Estrela zoals iedereen denkt. Omdat Arie en ik bezig druk zijn met een nieuwe reisgids - we maakten al flink wat excursies in het hoge noorden - leek het mij handig om allerlei instanties op de Azoren aan te schrijven. Het betreft immers een persreis en in principe zouden wij dan in de watten moeten worden gelegd. Het is namelijk best een begrotelijke reis van een week of drie en er moet gevlogen worden tussen de negen eilanden. Ik kan natuurlijk met de boot tussen de eilanden pendelen, maar dat is niet altijd een pretje en de afstanden zijn enorm. Van São Miguel naar Ilha das Flores in het uiterste westen van de Azoren is hemelsbreed 519 kilometer, ik bedoel maar.
Inmiddels zijn er een paar weken verstreken en ik heb 0 (nul) reacties op de emails die ik naar tientallen instanties verzond. Nou was ik een gewaarschuwd man want hetzelfde overkwam mij tijdens het werken aan de Wijngids voor de Algarve en de Alentejo en mijn boek Saudades (waarin ik heel Portugal per trein bereis). Op een gegeven moment ging ik toentertijd die instanties maar bellen, en dan word je uiteraard van het kastje naar de muur gestuurd, want niemand weet van iets en niemand wil sowieso nergens voor verantwoordelijk zijn, een typische Portugees probleem waar Arie uitvoerig geschreven heeft in Portugal voor Bonvivanten. Nu blijkt dat Arie een heel goed contact heeft op de Azoren: een Portugese juffrouw die hij ooit nog les Nederlands heeft gegeven heeft en die nu een hoge functie heeft bij een overheidsinstantie die zich over toerisme zou moeten bekommeren.
Ik heb de email van Arie aan haar net binnen - acht kantjes als je het print - en ik heb enige hoop dat hier wel een reactie op komt. Best spannend dus, want het is kort dag. De moraal van dit verhaal is dat ik elke keer net weer te optimistisch ben over de efficiency en de communicatievaardigheden van onze landgenoten. Maar misschien zegt dit meer over mij dan over hullie. Met professor Pos is er nu zwaar geschut ingezet en ik denk dat het een schitterende reis gaat worden, met veel wetenswaardigheden en ditjes & datjes over die mysterieuze eilandengroep, het meest westelijke punt van ons geliefde Europa. En natuurlijk ga ik toch even uitzoeken of dat Netflix-verhaal over die rotdrugs nou klopt. U kent mij.
Bart:
Nou buur, het toeval wil dat wij wél op Madeira zijn geweest. Een paar dagen maar, vorig jaar september. We zaten er een beetje doorheen, hadden met een ingewikkelde constructie Hollandse oppas voor de hondjes in ons huis, en wij met de auto naar Lissabon om vanaf daar te Easyjetten naar een van de spannendste landingsbaantjes van Europa, waar de zeewind van alle kanten rukt aan de romp en blaast onder de vleugels, en de piloot één paar klamme handjes verwijderd is van een sombere opening van het Journaal. Bekijkt u gerust even de situatie aldaar:
De grap was: we gingen niet. Althans niet op de geplande avond, want onze Easyjet was nooit in Lissabon aangekomen vanaf Madeira. Vliegveldhotel op kosten van de airline, vijf uurtjes slaap, volgende morgen opnieuw proberen. Oh het kleine toeristenleed! Nou, toen gingen we gelukkig wel en omdat ons hotel letterlijk schuin onder het vliegveld tegen de rotswand aan lag, waren we nog bijtijds voor het ontbijt ook.
We zagen geen coke aanspoelen en niemand probeerde het ons te verkopen. In de Botanische Tuinen die we bezochten in Funchal groeien ongetwijfeld paddestoelen waar je van gaat hallucineren, of leven kikkers die je kunt likken voor een wonderlijke ervaring (los van het likken zelf, dat me een behoorlijke drempel lijkt, bedoel ik). Het is een prachtig eiland waar je in een paar uur helemaal omheen kan rijden. Iedereen heeft kleine autootjes want de wegen zijn smal en de talloze tunnels niet voor claustrofoben, maar wie van hiken en zeezicht houdt, kan bijna overal op het eiland beiden tegelijk vinden.
Het waren drie en een beetje verrukkulluke dagen.
Je noemt de Pico als hoogste berg, wij hebben de Serra Estrela op het lijst voor deze winter of het volgende vroege voorjaar. Er schijnt daar sneeuw te liggen en je kan er zelfs skiën, een geheim van Portugal dat zo goed bewaard is dat ik zelfs hier wel eens verbaasde fronsen zag toen het ter sprake kwam onder mensen die hier wonen. Het belooft een ruig maar schitterend gebied te zijn, waarover alle websites waarschuwen dat je niet zomaar even in de winter moet gaan hiken als je niet weet wat je aan het doen bent, want je lazerstraalt zo de vergetelheid in na een gladde misstap.
Dat gevoel hadden we op Madeira trouwens ook, evenals bij hikes in het hoge noorden die we dit voorjaar maakten: dat één verkeerde voet ongezien je einde wordt, en dat vind ik toch fijn aan dit land. Niet dat ik een zelfmoordwens koester, maar gewoon: vanwege dat gevoel dat je toch echt op je eigen tellen, passen en inschattingsvermogen moet vertrouwen zonder hekken, handrails of een woud aan waarschuwingsbordjes. Dat miste ik altijd in het Nederlandse rubberentegelparadijs van de bevoogdende voorzichtigheid: het risico op een paar flinke botbreuken tijdens een onbegeleide klautertocht over wandelpaden die weliswaar goed bewegwijzerd zijn, maar verder geen enkele garantie op een veilige aankomst bieden.
Dat wil allemaal niet zeggen dat de Portugezen zo’n volk van doodsverachtende durfals zijn, hoewel favoriete bezigheden hier toch ook wel vaak met mountainbikes, dirt bikes of quads te maken hebben. De halve lokale Algarve gaat op zondagmorgen mountainbiken en dan volgen sommige lui afdalingen over geitenpaadjes vanaf de Cerro de São Miguel die voor een wandelaar al tricky zijn, maar met de fiets of op de crossmotor echt waaghalzerij zijn.
Hier een voorbeeldje van een afdaling, waarbij de video geen recht doet aan hoe steil deze paadjes zijn, en hoe diep je naar beneden kan keilen als je er af schiet:
Deze gozer laat het makkelijk lijken en ik hoop het allemaal nog eens aan te durven maar voorlopig hou ik het tijdens mijn mountainbiketochtjes vooral op gravel met hier en daar wat keien, en altijd een berm aan beide zijden. Mijn inschattingsvermogen staat nog op het lage standje ‘niet overmoedig worden, vriend’.
Met het huidige weer, hoewel de zomer milder is dan vorig jaar, klim ik sowieso niet snel op de MTB want de zon is al snel moordend bij grote inspanningen. Deze week kozen we voor het water bij Fuseta met onze sup-plankies.
Natuurlijk stak er net een forse wind op en waren we wat te laat van huis gegaan waardoor we door afgaand water peddelden, dus het werd nogal een gevecht tegen de lucht en de getijden. Uiteindelijk is het idéé van spanning vaak al genoeg voor een gevóel van spanning, nietwaar?
Ik sluit maar af met nog een landing op Madeira, waarvan ik toch blij ben dat ik niet aan boord zat.
Het kan natuurlijk ook zijn dat de reisautoriteiten op de Azoren hun journalistieke pappenheimers zo langzamerhand wel kennen, Turemans.
The Innocents Abroad van Mark Twain. Dit was gelijk aanleiding voor mij om iets meer te weten te komen over pelgrims die in de 19e eeuw naar het Heilige Land trokken. Het waren er velen en onder hen ook schrijvers zoals b.v. Herman Melville. Familie van John Steinbeck had een farm buiten Jaffa. De oudoom van John Steinbeck is vermoord door de Arabieren en zijn oudtante en haar dochter verkracht. Dus niet alleen de Joden hadden te maken met aanvallen van de Arabische kant, maar ook de Christenen. De Portugal Post is altijd leerzaam voor mij.