In Nederland zijn de zomervakanties voorbij, het toeristenseizoen loopt ook in Portugal op z’n einde. Arthur inventariseert de schade aan z’n strand, Bart probeert toch nog een staartje vakantiegevoel te proeven.
Arthur:
Nou, buurman, onze zomer is nog lang niet voorbij hoor, al houdt hij voor de Portugezen vakantie-technisch gezien eind augustus op. Het strandje voor mijn deur is nu nog elke dag afgeladen met zonaanbidders (niet bepaald de bon chic, bon genre des lands) maar na zondag 1 september heb ik het weer voor mij zelf.
Dit is mijn dertiende zomer in Portugal en ieder jaar weer voltrekken zich precies dezelfde rituelen - je zou bijna spreken van een Pavloviaanse conditionering - en dat maakt het land heerlijk voorspelbaar. Die voorspelbaarheid heeft natuurlijk met het weer te maken en alleen de bosbranden zijn een onberekenbare factor in de vakantietijd. Al valt het tot dusverre nog bijzonder mee, als ik zo naar fogos.pt kijk.
De weekbladen Sábado en Visão komen ieder jaar weer met dezelfde covers, dezelfde zomerspecials en dezelfde tips voor de best bewaarde geheimen van het land, of het nou strandjes of restaurants betreft. We kijken even naar de beelden.
Het weekblad Expresso komt steevast weer met exact dezelfde bijlages over os segredos mais bem guardados de portugal.
Uit empathie met de noodlijdende journalistiek in Portugal kocht ik Expresso tot een paar jaar terug elke zaterdag in mijn favoriete kiosk in Olhão, maar het blad is inmiddels nog linkser dan Vrij Nederland in zijn hoogtijdagen en er is werkelijk niet doorheen te komen. De interviews hebben net zoveel woorden als een gemiddelde novelle en zijn zo tergend hoffelijk en langdradig dat je bijna gaat verlangen naar de interviews van Ivo Niehe, de grootinquisiteur van het Gooi. Ivo tegen Demis Roussos (de vrede zij met hem): “Ik durf het bijna niet te vragen, maar heeft u wel eens nagedacht over een licht dieet?”
Als je overigens de “legendarische” kleurenbijlage-reportages van Vrij Nederland terugziet, schrik je je een hoedje. Neem de reportage De pont van kwart over zeven, over het veer tussen Amsterdam Centraal en Noord. Elma Verhey en Gerard van Westerloo voeren drie maanden mee op de pont en schreven daar daar vervolgens een reportage van 87.350 woorden over. De Catechismus van de Katholieke Kerk is spannender, jonge vriend.
Mijn goede vriend Jose Rentes de Carvalho vertelde mij eens dat hij niet snapte waarom Expresso bomvol stond met reclames van peperdure horloges. “Welke lezer koopt die klokkies nou, Turinho”, riep hij in opperste verbazing.
Overigens had het blad vorige week goed nieuws: de Portugese middenklasse meed de Algarve deze zomer als de pest omdat die veel te duur is geworden. Dat zijn vaak gasten uit het Noorden die neerkijken op de Algarvios, die in hun ogen een soort Marokkanen zijn. De vertegenwoordigers van de middenklasse gedragen zich als grootgrondbezitters, geven nooit fooi, kankeren over de prijzen en schofferen het personeel van de horeca. Het lijken potjandorie wel Hollanders.
Anderzijds lees ik in de gezond-verstand-krant van Portugal dat de inkomsten in de toeristische accommodatiesector van de Algarve tussen januari en juni van 2023 met 32,4% zijn gestegen in vergelijking met het 1e semester van 2019, het beste jaar ooit voor de sector. De gegevens werden gedeeld door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (INE), dat wijst op een recordinkomstenwaarde van 570,5 miljoen euro in de eerste helft van het jaar voor de belangrijkste vakantiebestemming van het land.
Vergeleken met 2022 waren er in de eerste 6 maanden van 2023 13,5% meer gasten in de Algarve, tot 2,2 miljoen, en 13,2% meer overnachtingen, tot 8,5 miljoen. In deze periode stegen de inkomsten met 19,4% ten opzichte van vorig jaar en de luchthaven van Faro registreerde een toename van 20,6% in het aantal passagiers.
Ik heb het nog nooit zo druk gezien in Olhão als deze zomer. Het verkeer in het stadje, dat qua infrastructuur gebouwd is voor handkarren, ezel- en paardenwagens en de sporadische diligence voor hoogwaardigheidsbekleders, is een gekkenhuis, van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat. Dat was al zo voor de zomer door de enorme aanwas van Franse, Nederlandse en Engelse migranten die allemaal hun autootje meenemen, maar in juli en augustus is er geen doorkomen aan. Dat heeft deels te maken met de toeristen die het pontje naar Armona en Culatra nemen en hun auto in de stad parkeren, en deels met de bottle neck die de dodenweg N 125 is, die dwars door Olhão loopt. Er zijn al jaren plannen voor het maken van een rondweg, die ongelukkigerwijs langs de Quinta Nova Rockanje van ons aller Addy Franke loopt, maar zover is het nog lang niet. Net zo min als ik het strand van Olhão gerealiseerd zie worden, in de bocht achter hotel Real Marina, vlak bij het asiel van de stad. Als dat strand er ooit komt, is Olhão verloren.
Nu zitten de badgasten dus bij mij voor de deur, en die maken er een zwijnenstal van. Ik heb je al eens verteld over de Nederlandse camperaars die dikke drollen schijten op het veld en in de greppels waar ik op uitkijk, maar de Portugezen zijn nog grotere vervuilers.
Elke ochtend ga ik met een vuilniszak en met een grote tang de rotzooi opruimen. Ik heb het over volle luiers en condooms, bergen afval van de McDonalds, lege flessen, lege pakjes sigaretten en ondefinieerbare zooi. Werkelijk alles pleuren ze in het beschermde natuurgebied na een dagje genieten. En wie ruimt het op? Nou! Ik wil een lintje van de gemeente Olhão.
God straft soms, helaas niet onmiddellijk, maar de afgelopen dagen zat er zoveel stront en pis in het zeewater van onze streek dat een aantal strandjes in onze biotoop gesloten werden wegens e-coli, dat vrolijke beestje dat slingerpoep en racekak veroorzaakt. Op veel plekken in de Algarve eindigen de rioolbuizen gewoon in de zee, een regelrecht schandaal waar niets tegen gedaan wordt door de overheid.
Ik ga elke dag zwemmen als het hoog water is, en er vers water van de Atlantische Oceaan stroomt in de Ria Formosa stroomt, maar met eb is het water 20 graden en een geweldige kweekvijver voor e-coli. Bon, over twee weken is het voorbij, dan zijn de vervuilers weg, met hun drollen en hun afval.
Een Nederlander denkt: het is zomer zolang het mooi weer is, maar zo denkt men hier dus niet. Augustus is de vakantiemaand en daarna is het over en sluiten. In Beiroet zag ik precies hetzelfde verschijnsel. Daar is het in september en in oktober nog moordend heet maar de zomer zit er voor de Libanezen dan op en de zwembaden bij de grote hotels zijn dan van de ene op de andere dag leeg.
Ken je trouwens de Duitse uitvoering van ‘t Is weer voorbij, die mooie zomer van ons aller Gerard Cox? De tekst van Rudi Carell is veel beter, want die vraagt zich af - toen al - wanneer het nou eindelijk weer eens echt zomer wordt.
Bart:
Buurman, je aanstekelijke lofzang op het zomerse rumoer in onze contreien noopten me onmiddellijk iets te doen dat ik ondanks de zonnige situatie alhier al een tijdje niet meer gewoon ben: ik ben terstond naar Olhão gereden, waar ik de voiture in de laatste goed-bewaard-geheime, altijd-plek-parking onder de Pingo Doce heb gemanoeuvreerd, om op het terras van de Cantaloupe een fijne mojito te bestellen terwijl ik het toerisme gade sla om er over te kunnen berichten in deze Portugal Post. Zie alhier het fotografische bewijs:
Doorgaans drink ik geen druppel door de week, en in het weekend eigenlijk ook niet tenzij we buitenshuis dineren, omdat ik net als jij probeer om wat overtollig gewicht af te schudden. Minder alcohol, meer bewegen. Sinds mijn vertrek bij GeenStijl ben ik al ruim tien kilo lichter, een verbetering waar zowel mijn lichaam als mijn geest me voor danken.
Maar ik heb zojuist een nieuwe podcast afgerond en online gezet, ik moest toch in Olhão zijn en ik wilde van de nood een deugd maken.
In tegenstelling tot onze eerste volle zomer hier, die van 2022, toen we de bevrijdende migratie bijkans vierden als ware we vakantiegangers die dagelijks hun diner op en rond de boulevard zochten en daarbij de wijn rijkelijk lieten vloeien, hebben we dus dit jaar weinig meegekregen van het toeristisch geweld. We zijn zelden zo saai geweest, maar niet eerder voelde saai zo rustgevend. Het zal de leeftijd zijn.
Enfin, nu zit ik dus bij Cantaloupe, is de mojito relatief duur ten opzichte van andere plekken maar de mix in ieder geval niet zuinig, en tokkelt een mopje jazz uit de speakers. Mijn observatie is dat het met de drukte lijkt mee te vallen, maar dat beeld kan vertekend zijn omdat het tussen drie en vier is: het lunchpubliek is al gevlogen en de dinergasten bevinden zich nu nog in groten getale op de eilandjes voor de kust.
Hun aanwezigheid wordt bevestigd door het overvolle parkeerterrein in de haven, dat vorig jaar is opgeleverd maar pas sinds deze zomer werkende parkeerautomaten heeft. Voor 3,50 mag je er 24 uur staan en dat lijkt weinig maar is voor deze omgeving een godsvermogen, temeer omdat het op de meeste andere plekken in Olhão gratis is. Vanavond zullen de boulevard en de terrassen rond de markthallen weer afgeladen zijn.
Eerder deze week moest ik voor een boodschap naar Faro en toen bemerkte ik de drukte wel, want het karrenspoor door Olhão stond inderdaad muurvast. Ik moest in Faro wezen omdat een kentekenplaat van mijn oude BMW uit zijn houder was gesprongen - een gevolg van hitte, felle zon en een natuurkundig proces van uitzettend metaal. Het duurde op maandagmorgen ná de spits bijna twintig minuten om door het stadje heen te komen, een zeldzaam oponthoud dat alleen in hoogzomer kan gebeuren.
Wat dat kenteken betreft, ik vreesde een pijnlijke dood door duizend bureaucratische handelingen want als je in Nederland een kenteken verliest, moet je aangifte doen en met het bewijs daarvan kun je dan een nieuwe plaat laten maken. Ik zag mezelf al urenlang in de hete politiekeet van Olhão zitten, worstelend met woorden tegenover een diender die geen Engels spreekt maar die wel mijn vier doopnamen voluit gespeld wil hebben. Op de achtergrond piept een oude ventilator zijn gekmakende geluid.
Het werd me bespaard. Navraag leerde dat je domweg naar een willekeurige winkel met een platendrukpers kan gaan en op vertoon van slechts je kenteketenbewijs heb je voor een tientje een nieuwe. Ditmaal heb ik ‘m toch maar met twee schroeven vastgezet, de esthetiek ten spijt.
In Faro was het ook schreeuwend druk. Toeterende mensen, ongeduldig het verkeer dirigerende agenten en een lange zoektocht naar een parkeerplek (die eindigde in twee wielen op de stoep, alarmlichten aan en hopen dat ik snel geholpen was). Dat zijn taferelen die inderdaad alleen in augustus voorkomen.
Het is deze week vanwege een noordenwind ook erg warm geweest, terwijl de zomer tot nu toe zeer aangenaam was, en die combinatie van de laatste hete weken en te veel medemensen om je heen doen iets met de lokale bevolking hier. De doorgaans toch vrij timide Portugees wordt opstandig en ongeduldig, geeft niet zomaar voorrang meer, drukt op de bumper en claxonneert nog sneller dan normaal. Ik kan ze inmiddels geen ongelijk meer geven, want in onze derde zomer in dit land zijn ook wij gewend geraakt aan tien, elf maanden rust, stilte en hooguit wat klunzende camperaars. Warmte went maar hitte ergert, en hitte in combinatie met andere mensen is een slechte mix.
Dan nog even over het sóórt mensen dat hierheen komt in de zomer. De Fransen lijken in de meerderheid, Britten zitten toch wat vaker westelijk hoewel Tavira (waar we een paar keer gingen eten omdat er een hele goeie Indiase toko zit) enorm Brits/Amerikaans klinkt in de zomer. Scandinaviërs, valt me ook altijd op. Maar boven alles: landgenoten! Die uit Portugal, bedoel ik. Nederlanders komen minder vaak als het zo heet is.
Het loopt hier over van de Portugezen, die heel goed te herkennen zijn tussen de Algarvanen. Het zijn domweg andere mensen. Blanker, als je dat nog zo mag zeggen, en zichtbaar beter bemiddeld. Kinderen met nieuwe iPhones, vrouwen met veel sieraden, vaders met dure zonnebrillen. En allemaal veel beter en bewuster gekleed. Het is echt ander volk dan de mengeling van oude boeren, kromme vissers en luide Brazilianen die hier de mediaan bepalen. En ergens wringt iets, tussen de lokalo’s en hun landgenoten. Het geld willen ze wel, de rest van hun aanwezigheid lijkt minder geliefd.
Afijn, ik woon hier nog niet lang genoeg om me te ergeren aan toeristen en ik denk dat ik zelfs dat recht nog niet verworven heb. Maar wij hebben dan ook niet de overlast van strandgangers recht voor onze voordeur. Normaliter laten we de honden regelmatig uit op jouw Praia dos Cavacos, maar in de zomermaanden mijden we die plek, precies om wat jij beschrijft: te veel vuilnis, stront en andere dingen waar we Smuk en Bica niet steeds bij vandaan willen trekken. We gaan meestal naar het andere uiteinde van de zoutbakken richting Fuseta - het enige dat je daar in overdaad tegenkomt in de zomer, zijn hardlopers. Ook allemaal argeloze toeristen, want geen normaal mens in deze regio gaat in de volle zon sprintjes trekken.
Enfin, vizinho, mijn mojito is op het en het biertje dat er op volgde bijna. Ik heb een praatje gemaakt met de serveerster, een in Engeland geboren Portugese, en ik krijg net bericht van moeders de vrouw dat ze klaar is met sporten en ik haar (dus) op mag komen halen. Haar auto is naar de APK, dus ik moest taxiën en dat was het laatste excuus dat ik nodig had voor een woensdagmiddagmojito.
Het nuttige en het aangename, moet kunnen op broeierige augustusdagen, nietwaar?
Até à próxima semana!
Het doet soms zo’n pijn xx
Parkeren onder de grond is sowieso verstandig wil je niet eindigen met brandwonden aan billen en handen. Wie zijn auto een dagje in de zon zet, kan constateren dat de bekleding impressionistisch verschoten is. Ook soie de Pernis wordt door de Olhanese zon gesloopt.
Afgezien van de mahoniekleurige magere mannen in de zoutpannen blijft de lokale bevolking gewoon binnen en draagt bedekkende kleding in de buitenlucht, waarbij het kastanjebruine Trevira 2000 broekpak favoriet blijft bij de dames. Heren boven de veertig zal je nooit in een bermuda zien. Shorts zijn voor homo's.
Straks weer heerlijk de wilde wijndagen in de supermarkten met magnums Douro Gran Reserva's voor zeven euro. Geen Portugees die dat koopt. Het best bewaarde geheim is op welke schappen deze flessen staan.